Leo de Jonge van Risicobeheersing

Leo de Jonge van Risicobeheersing

Wat doet Leo de Jonge, coördinator Brandveilig Leven precies bij de Veiligheidsregio? Hij legt ons uit waar hij mee bezig is en hoe hij mensen de juiste voorlichting biedt.

Voorlichting en voorbereiding

Ik hou me bezig met het geven van voorlichting en adviezen naar het publiek en de burger over (brand)veiligheid. Daarnaast ben ik bezig met de voorbereidingen voor de brandpreventieweken, en de Zeeuwse week van de veiligheid in oktober. We werken mee aan de campagne Brandweer zoekt speurneuzen, in de leeftijdscategorie van 9 tot 12 jaar. Hiervoor treffen we voorbereidingen voor de brieven naar de scholen en de gemeentes. We moeten zorgen dat we onze gadgets binnen hebben, zodat we bij de start van de campagne ook klaar zijn als regio. Dus ik ben eigenlijk momenteel allerlei zaken aan het voorbereiden. En daarnaast doe ik ook de lopende zaken, vragen als die komen. Naar aanleiding van branden bijvoorbeeld, als iemand iets tegenkomt in zijn huis of bij een onveilige situatie (hoe iemand daarmee om moet gaan). We staan op allerlei manieren de burger terzijde met zijn of haar veiligheidsvragen.

Koolmonoxide meter

De laatste vraag die ik kreeg was: waar moet ik mijn koolmonoxide meter hangen? Dat blijft een open vraag eigenlijk. Daar is dus nog veel werk te ontginnen om ervoor te zorgen dat dat correct wordt beantwoord. Het antwoord is namelijk dat de plek van de koolmonoxide meter hoog moet zijn. Dat komt inderdaad heel vreemd over, want met name collega brandweerlieden zeggen “ja maar koolmonoxide is toch een zwaarder gas, dus dat gaat naar beneden.” Maar het antwoord is nee. Het gas is even licht als lucht dus het zweeft en warme koolmonoxide stijgt op. Dus hoog is je eerste meetpunt. In je eigen huis hang je hem op het plafond, of hoog op de muur. Niet op de slaapkamer, je moet het hangen bij een stooktoestel, waar warmte gemaakt wordt. Dat kan de open haard zijn, de geiser of de CV installatie. Daar hang je in de eerste instantie het meetinstrument. Als je toch echt een op de slaapkamer wilt hebben, dan hang je hem op ademhoogte. Dus in dit geval op matras hoogte. Koolmonoxide adem je in dus wat wil je dan het meest beschermen? Je ademhaling. Dat is de meest voor de hand liggende plek. Maar nogmaals, collega’s zijn daar ook niet altijd even eenduidig over dus daar valt nog winst te behalen. Een van de plannen die er voor het komende jaar op staan is om al onze collega’s op gelijke vlieghoogte brengen.

Hulpverlener zijn

Ik werk nu ruim 44 jaar bij de brandweer. Destijds trok de spanning me aan, het onbekende. En aan de andere kant het helpen van de medemens. Het zijn van hulpverlener in een uitvoerende vorm.

Hulpverlener zijn betekent voor mij mensen uit de problemen helpen op het moment dat ze die hebben. Natuurlijk gaan we als brandweer puur om het brandje te blussen en daarna geven we hooguit wat advies mee. Dat neemt niet weg dat wij iemand natuurlijk wel bijstaan want als iemand zijn of haar huis weg ziet branden dan geeft dat toch best een traantje. Dan kun je toch even die schouder geven van “kom op en dit is er nog wel van over” en “je bent er zelf nog” en natuurlijk doet het ook ons wat als er echt wat ernstigs gebeurt. Zoals de brand in  Krabbendijke een paar jaar geleden dat doet je toch wel wat. En dan hoef je er niet zelf bij betrokken te zijn. Als er slachtoffers vallen, dat doet je altijd wat – ook na 44 jaar doet dat nog steeds wat. En of dat nou in België is of ergens anders – dat maakt verder voor de rest niks uit.

Anders branden

Een woningbrand is anders dan dat het 40 jaar geleden brandde. We hebben hier mooie filmpjes van in de voorlichting. Van een woonkamer in de jaren 30 sfeer en eentje in de jaren 90 sfeer. Dan zie je toch dat het huis van de jaren 90 meer “Ikea” meubels in de woonkamer heeft staan en in de jaren 30 eikenhouten meubels. De materialen van tegenwoordig roken en smelten toch meer dan vroeger. Ik kan overigens niet zeggen dat het vroeger beter was of dat het nu beter is, het is anders. Vuur blijft vuur en de onvoorspelbaarheid van vuur blijft ook. Aan de andere kant het is enorm fascinerend, kijk maar naar de open haard - daar kun je uren naar kijken - of een kampvuur. Die vlammetjes, de warmte – gezelligheid er rond omheen. Ik zeg zeker tegen kinderen – vuur is je vriend en je vijand. Het geeft warmte, gezelligheid maar het kan uiteindelijk ook je vijand zijn, want het kan bedreigend zijn. Zeker als je in een opgesloten situatie zit.

Wat leren

Dat enthousiaste, die nieuwsgierigheid die erin zit maakt het leuk om met kinderen te werken. Ze willen altijd wel wat leren. Ouderen aan de andere kant zeggen bij onze lezingen “weet ik allemaal al.” Het eigenwijze – bij ouderen moeten we ze iets afleren maar dat is niet makkelijk. Dat is veel moeilijker. “Ik bak altijd mijn vlees en ik heb nog nooit vlam in de pan gehad.” “Mijn keuken is nog nooit verbrand.” Die ene keer dat het dan net gebeurd. Hoe handel je dan? Dit laten we zien door de beleving. Door een simpele brand in een pannetje te laten zien. We doen daar dan geen vlees in en dan steken we de pan in brand. Gewoon op tafel.

Beleven

Dus het zelf te laten doen, het beleven! Dat is de meest voor de hand liggende manier. Hetzelfde geldt voor onze belevingscontainer, door te lopen in de rook. Kinderen vinden het fantastisch om blindemannetje te spelen. Ouderen niet maar je krijgt ze er toch wel in. Het staat helemaal niet stijf van de rook en er we doen er een speciaal geurtje bij. Zo maar een vleugje rook. Hier leren we aan mensen om eruit te komen.

Team Collegiale Opvang

Ik heb geen warme functie meer maar heb wel een nevenfunctie in het team Team Collegiale Opvang (TCO). Dat is om collega’s bij te staan als er iets gebeurd is wat niet leuk is. Door een luisterend oor te bieden en richting te geven waar nodig is. En eventueel zelfs door te verwijzen. We dringen het niet op maar we proberen wel zo veel mogelijk bij collega’s eruit te halen wat er aan de hand is – op het moment dat er mogelijk wat speelt. Dat doe je in de eerste instantie onopvallend maar aan de andere kant leg je soms ook uit: “Ja ik ben van TCO en ik heb die mogelijkheid om dat luisterend oor te bieden.” Dus op die manier kun je daar richting aan geven.