Officier van Dienst Geneeskunde

Dennis Wiegmans

Dit doe ik
Sinds maart 2014 ben ik ambulancechauffeur, sinds 2017 OvDG. Tijdens mijn militaire dienstplicht werd ik na de opleiding tot mijn verwondering ingedeeld bij een geneeskundig onderdeel. Fantastische tijd gehad. Had er graag willen blijven als beroepsmilitair, maar door omstandigheden paste dat niet.
Op een gegeven moment heb ik alles in het werk gesteld om hetgeen te bereiken wat ik écht graag wilde: op de ambulance terechtkomen. Mijn EHBO-diploma vernieuwd, reanimatiecursus gedaan, en naar aanleiding van een vacature in Zeeuws-Vlaanderen eind 2013 heb ik contact gezocht met het Witte Kruis met de vraag of er vacatures waren in mijn ‘eigen’ regio.
Na een tijdje gediplomeerd aan het werk te zijn op de ambulance viel me op dat mijn collega’s diverse neventaken vervulden, lesgeven bijvoorbeeld. Daar ging ik ook over nadenken. Via twee bekende OvDG’s had ik al eens kunnen bekijken of die operationele functie wellicht iets voor mij was. Er kwam een vacature, en ik rolde door de sollicitatie en het assessment heen.

Dit doe ik als OvD-G...
Na de opleiding tot Officier van Dienst Geneeskundig (OvD-G)  bij het IFV in Arnhem, ben je zelf verantwoordelijk je kennis voor deze functie op peil te houden. Daarom neem ik ieder jaar deel aan zo’n tien activiteiten die Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) faciliteert. In iedere training komen er punten naar voren waaraan je terugdenkt bij echte situaties. Ik zie deze neventaak als een verlengstuk van mijn dagelijkse werkzaamheden als ambulancechauffeur. De chauffeur zorgt bij aankomst bij een incident voor zaken zoals de veiligheid, de communicatie, de logistiek. In sommige regio’s moet de OvDG iemand zijn met een verpleegkundige achtergrond. Dat hebben we in onze regio losgelaten. Een verpleegkundige heeft namelijk altijd de neiging eerst naar een patiënt te kijken. Als OvD-G verschuift je focus echter naar de geneeskundige eenheden rond een patiënt.
In de basis kom je structuur in de chaos aanbrengen. Denk aan het ontheffen van de ambulancedienst, overzicht in organisatie of het aanspreekpunt zijn voor partners.  

Ieder incident is uniek. Als ik ter plekke kom, maak ik een inschatting: hoe is het met de veiligheid, hoe serieus kan het zijn? Bij  brandweer en politie wat ik voor hen kan doen. Vanuit daar ga ik aan de slag. Je bedenkt welke extra hulp mogelijk nodig is bij diverse scenario’s, en je werkt multidisciplinair samen. Je gaat zo snel mogelijk het aantal patiënten in kaart brengen, vervoer of zorg ter plaatse regelen en het incident monitoren zodat verdere slachtoffers beperkt of liefst voorkomen kunnen worden. Daarnaast lijntjes leggen met de functionarissen die me bijvoorbeeld een gezondheidsadvies of een handelingsperspectief kunnen geven voor je personeel en de patiënten. En ik zie erop toe dat de hulpverleners die gezondheidsadviezen in alle hectiek ook toepassen. Verder is het belangrijk dat iedereen zijn eigen werk doet; geen taken van een ander.

Deze inzet blijft me bij...
De inzetten die je bijblijven zijn de eerste grote inzetten die je alleen moet doen. ‘Mijn’ eerste GRIP was de brand bij Kloosterboer (juli 2018, Vlissingen-Oost). Direct na deze inzet volgde een melding van brand onder een wooncomplex bij een supermarkt in Serooskerke. Die dag blijft me bij, maar met name omdat alles lekker snel onder controle was en omdat de incidentbestrijding liep zoals je hoopt dat het loopt.
In het OvDG-overleg bepreken we de inzetten. Van iedere casus en training leer je. Als je iets vervelends ziet of meemaakt, moet je zelf niet te groot zijn om aan te geven dat je ergens last van hebt. Ik zit bij de ambulancedienst in het BOT-team (Bedrijfs Opvang Team), en na een heftige casus neem ik altijd even contact op met de OvDG. Negen van de tien keer is het niet nodig, maar is het wel fijn dat er even aandacht is voor de impact die een inzet op je collega kan hebben. Het blijft mensenwerk.

Dit is mijn favoriete plek van Zeeland...
Deze is gemakkelijk: Vlissingen, niet alleen als werkgebied maar ook om te wonen. Vlissingen heeft alles: De mooiste boulevard van Nederland met een uniek gelegen vaargeul zo dicht op de kust die je nergens ter wereld zal zien.
De vele ondernemers proberen al jarenlang de stad leefbaarder en gezelliger te maken. De Oude Markt, Sint Jacobsstraat en Kleine markt in mijn ogen zijn daar de mooiste voorbeelden van. 

Vlissingen moet de toeristische stad van Zeeland worden wat mij betreft, en met mij vele anderen gelukkig.
Kom eens kijken op de Vrijdagmarkt en probeer eens een rondje buiten de gebaande paden van de Walstraat en de Lange Zelke, het enthousiasme en winkelaanbod zal je blij verrassen.
Vlissingen verdient die kans! En wees eerlijk: van even uitwaaien op de (groene) Boulevard is nog nooit iemand slechter geworden!