De kalmte bewaren

Thony Schipper, centralist op de gemeenschappelijke meldkamer in Middelburg

'Samen en kwetsbaarheid', schrijft Thony Schipper op. Het zijn de eerste woorden die in zijn hoofd opkomen. De centralist van de brandweer is gevraagd om op de hulpverlenersavond zijn verhaal te vertellen. Anderhalf etmaal geleden begon in de meldkamer de consternatie.

Dinsdagochtend 16 september 7.56 uur. Thony Schipper neemt net de laatste 24-uursrapporten door als bij de collega's van de politie de 112-lijn oplicht. Materieeltjes, lijkt het. Er staan een paar auto's op elkaar. Hij vond het zelf nog best meevallen met de mist toen hij die ochtend door Middelburg fietste.

Het eerste uur van zijn vroege dienst zit er bijna op. Geweldig wakker is hij niet. Hij is een avondmens. Na negentien jaar in de meldkamer schrikt hij niet meer op van een noodoproep. 'Een 112-tje kan niks of kan alles zijn.' Die ochtend - zal hij later zeggen - 'komt alles binnen wat er maar binnen kan komen'.

Opeens zit hij in een heksenketel. Alle lijnen lichten tegelijk op. Verschillende alarmen klinken door elkaar heen. Op slag is hij klaarwakker. Zijn eerste contact is met een man die over de A58 reed en maar net op tijd kon stoppen. 'Langs alle kanten hoor ik het hier klappen.' Thony kijkt op zijn scherm en ziet de wachtrij 112-tjes oplopen. Kort en zakelijk probeert hij de beller uit te vragen. 'Rijdt u Zeeland in of uit? Vertel eens wat u ziet. Zijn er gewonden?’

'Zorg dat u zelf veilig achter de vangrail staat', zegt hij nog voordat hij de verbinding verbreekt. Als hij een paar dagen later het gesprek terugluistert, verrast het hem dat hij dat in alle hectiek 'nog even gezond kon meegeven'.

Om twee minuten over acht stuurt hij alvast een paar basiseenheden van de brandweer 'die kant op'. De A58 is altijd dubbelzijdig aanrijden, dat betekent vanuit Goes en vanuit Arnemuiden en Middelburg. Met alle hinder van de mist.

Het aantal meldingen loopt in razend tempo op. De bellers klinken beduusd. Ze weten niet goed wat hen overkomt. Ook niet of er gewonden zijn. 'Ik hoor wel mensen roepen.' Soms hoort Thony zelf op de achtergrond geschreeuw of gesnik.

Hij probeert de stemmen van zijn collega’s buiten te sluiten en concentreert zich op zijn eigen portofoonverkeer. Het overleg met politie en ambulancedienst is kort: ‘hebben we het over hetzelfde incident? Dezelfde locatie?'

Meldkamerondersteuner Piet Kesteloo schuift naast hem. Thony en hij hebben aan één blik vaak genoeg. Kesteloo is rustig en kordaat. Thony waardeert vooral zijn graad van motivatie. Niet té. Overmotivering kan een valkuil zijn. Soms lopen hulpverleners zo snel dat ze dingen over het hoofd zien. Je tempo aanpassen en rolvast in het proces zijn, daar gaat het om. Als ze twee uur later horen dat er een collega is omgekomen, kijken ze elkaar aan. Meer is niet nodig.

‘Ik dacht: Thoon parkeer het even onder tafel. Straks moet je dat pas toelaten. Zodra het gezicht van die collega continue op je beeld zit, ben je niet meer zuiver bezig.’ Ze wisten niet wie het was. Dat hoorden ze pas tussen de middag. ‘Je realiseert je hoe kwetsbaar je bent. En hoe blij je moet zijn met elke dag.’

Bevelvoerder Joost Joosse van de eerste TS van de vrijwillige brandweer uit Arnemuiden meldt zich :'Ik ben hier op de A58. Ik heb verkend en heb hier 100 tot 150 auto's op elkaar staan. Diverse doden en heel veel gewonden.'

Thony Schipper hoort de emotie in de stem. Ze moeten het doen zonder beelden. Alles via meldingen en situatierapporten. En ze weten niet: hoe groot, hoe lang en hoe ver. Om halftien vliegt een politiehelikopter over en krijgt de meldkamer de eerste beelden. Ze kijken elkaar aan: jongens dit is kilometers blik.

De kalmte bewaren, dat is een belangrijk deel van de rol die hij deze dinsdag vervult. 'Het heeft met professioneel handelen te maken: die kalmte is er, maar die moet je de boventoon laten voeren. Het doet hem goed als hij van de werkvloer hoort dat zijn optreden als prettig, fijn en veilig is ervaren.

‘Mijn stem is mijn gereedschap. Ik weet dat er veel berichtenverkeer gaat komen en ik moet de leiding nemen totdat de officier van dienst ter plaatse is en het verder inricht.’ De officier van dienst (OVD) is druk en is ook nog met beeldvorming bezig. De mist maakte het onmogelijk om een duidelijk totaalbeeld te krijgen.

Overal vandaan waren eenheden onderweg naar de rampplek. Het belangrijkste was rust en ruimte in de communicatie. Discipline. Daarom liet Thony Schipper een algemeen bericht uitgaan aan alle eenheden. Zij kregen opdracht zich te melden bij de officier van dienst die hen een werkvak zou toewijzen. Het bericht kwam zónder terugkoppeling. ‘Dat betekende: dit is het verhaal en kleppen dicht.’ Zo kwam er geen ruis op de lijn en kreeg bevelvoerder Joost Joosse alle ruimte om goed zijn verhaal te kunnen doen.

Donderdags op de hulpverlenersbijeenkomst in Heinkenszand is het tijd voor zijn verhaal. Thony Schipper is een man van weinig woorden. Met zijn donkere stem en vertrouwd Zeeuws accent spreekt hij de twaalf zinnen uit waarmee hij de ramp en alles eromheen heeft samengevat. Kort en bondig, zoals volgens hem het berichtenverkeer ook moet zijn.

Iemand van standplaats Goes komt naar hem toe en complimenteert hem: ‘Thoon, het was geweldig hoe kalm je bleef en hoe gedisciplineerd het berichtenverkeer verliep. Ter plekke was het een chaos, maar van het begin af aan is het goed aangestuurd’. Dat was het mooiste compliment dat hij kon krijgen. 

Tekst: Selma Osman
Foto: Chris Platteeuw

Thony Schipper in de meldkamer