Waarom een brandoorzaak soms bijzaak is
Begin april 2016 werd landbouwmachinebedrijf Weststrate in Goes verwoest door brand. De volgende ochtend liep Rinus Corbijn, brandonderzoeker bij VRZ, met de politie en de verzekeraar door de zwartgeblakerde resten. In dit tweeluikinterview, samen met forensisch onderzoeker bij de politie Hilco Corstanje een inkijkje in de dagelijkse werkelijkheid van het brandonderzoek.
De pieper gaat als de tweede auto wordt gealarmeerd. Brandonderzoeker Rinus Corbijn spitst de oren: is het interessant? Zijn belangstelling gaat uit naar branden met een bijzonder verloop. Bij Weststrate (in 2016) vroeg hij zich af hoe het pand zo compleet in de brand kon staan. Pas na acht uur, als het materiaal is uitgedampt en het daglicht is, kan het onderzoek beginnen.
Dat brandonderzoekers van politie, brandweer en verzekeraar samenwerken is niet nieuw. In het najaar van 2015 tekenden de drie een convenant waarin regels en elkaars bevoegdheden zijn vastgelegd. De politie is leidend. Die vraagt wie er onderzoek wil doen. Soms is dat maar één partij, soms alle drie. Je moet het ook wel afstemmen, vindt Rinus Corbijn: 'Want een onderzoek kan maar één keer. Als ik dingen weghaal, kan een ander zijn onderzoek niet meer doen.'
Het onderzoek naar de grote brand bij Weststrate leverde geen oorzaak op. Hoe kan dat?
'Bij Weststrate is alleen de ontstaansruimte gevonden: het kantoortje. In dat kamertje stond van alles: elektrische apparatuur, een kacheltje. Maar er is verder niet onderzocht of het nu het kacheltje, een laptop of de printer was die de brand veroorzaakte.'
Is dat niet belangrijk dan?
'Als er geen opzet is, dan is het een technische oorzaak. Als onderzoeker vanuit de brandweer loop je mee met het idee: als we de oorzaak vinden, prima. Maar wat mij opviel: hoe kan dat pand nu zo compleet in de brand staan? Want eigenlijk zou zo'n gebouw onderverdeeld moeten zijn in compartimenten. En hoe lang was die brand al binnen bezig voordat-ie ontdekt werd? Hoe zit het met de brandwerende voorzieningen vanuit de vergunningverlening? Dat ga ik dan onderzoeken.'
Wat is het doel van brandonderzoek?
'Weten hoe bepaalde materialen zich gedragen tijdens een brand. Dat is belangrijk om veilig ons werk te kunnen doen en voor het redden van mensen. Maar ook: kloppen de eisen die we stellen of moeten we de bouwregels aan laten passen?'
Hoe bevalt de samenwerking?
'Prima. Eigenlijk is er weinig veranderd, maar nu staat alles op papier. Als de politie met toestemming van de officier van justitie naar binnen gaat, mag ik gewoon mee. Vroeger mocht ik zonder toestemming niet naar binnen. En dat is een groot voordeel. Je kunt ook een samengesteld team vormen bij personeelsgebrek: één persoon van de brandweer en één van de politie. Dat deden we bij een woningbrand in Goes.'
Waarom waren er afspraken nodig, jullie werkten toch al samen?
'In ieder geval geven die ons juridische dekking. Bij bepaalde branden moeten wij toegevoegd worden aan het proces-verbaal. Het is nu ook makkelijker om inzicht te krijgen in bepaalde dingen, zoals interviews met mensen die iets gezien of gehoord hebben.'
En de verzekeraar?
'Die deelt meestal geen gegevens. Alleen op financieel gebied kan die ons helpen. Bij Weststrate was middenin het pand een dakplaat doorgezakt. Dat was bijzonder, dus daar richtte het onderzoek zich op. Betekende wel dat er gesloopt moest worden. De verzekering had het grootste belang, dus die bestelde een kraan. Als brandweer kunnen we dat niet bekostigen en bij de politie wordt nut en noodzaak afgewogen. In dit geval hielp de verzekeraar dus politie en brandweer om verder onderzoek mogelijk te maken.'
De veiligheidsregio doet nu drie jaar aan brandonderzoek, wat levert dat op?
'Een schat aan informatie. Zo weten we dat in Zeeland de meeste branden ontstaan in vrijstaande koopwoningen. Daaruit blijkt dus dat we afwijken van de landelijke ideeën en andere doelgroepen moeten gaan informeren. Het geeft niet alleen input voor de voorlichting, maar ook voor je operationele voorbereiding: hebben we het goede materieel en strookt dat wat we oefenen met de praktijk? Waar ik naartoe wil is dat we niet alleen branden onderzoeken, maar ook incidenten zoals ongevallen.' Wat is verder nog een stip op de horizon? 'Intensiever samenwerken op het gebied van materialen en middelen. We gebruiken dezelfde onderzoeksmaterialen als de politie. Meetapparatuur hebben we dubbel. Die kun je op een centrale plek bewaren en delen. Het werkt kostenbesparend als er in plaats van drie verschillende busjes van politie en brandweer een container is waar alles in zit.'
